ADHD & ADD
ADHD Attention-Deficit Hyperactivity Disorder, of in Nederlandse taal aandachtstekortstoornis of hyperactiviteitstoornis.
Het hebben van "aandachtstekort" betekent niet dat je onvoldoende aandacht krijgt. Het kan andersom wel zo zijn dat iemand met ADHD onvoldoende aandacht schenkt aan zijn of haar omgeving. Hierdoor is het niet altijd mogelijk om je de aandacht bij één ding tegelijk te houden (concentratiegebrek). Met ADHD word je meestal snel afgeleid.
Hyperactiviteit uit zich vaak door lichamelijke onrust, maar ook door innerlijke onrust en impulsiviteit. Hyperactiviteit kan zich ook uiten in een vorm van overmatige beweeglijkheid. Deze beweeglijkheid is meestal door ADHD'ers moeilijk te onderdrukken. Meestal zijn ADHD'ers zichzelf weinig tot niet bewust van de eigen beweeglijkheid totdat ze hier door iemand op gewezen worden.
De mate en manier van beweeglijkheid is voor iedere ADHD'er verschillend. Sommige ADHD’ers maken voornamelijk grote bewegingen met bijvoorbeeld de benen of armen, anderen friemelen meer met bijvoorbeeld de vingers of handen. De beweeglijkheid kan in verschillende situaties ontstaan of juist verergeren. Over het algemeen zijn het situaties waarin stress wordt ervaren of bijvoorbeeld een drukke omgeving de ADHD’er overprikkeld (een situatie waarin dus veel prikkels of informatie door de hersenen moet worden verwerkt).
Impulsiviteit ontstaat vaak doordat teveel indrukken tegelijkertijd worden opgedaan in combinatie met bijbehorend handelen. De handelingen moeten direct plaatsvinden en kunnen dan niet worden uitgesteld. Handelingen waarmee de ADHD’er dan bezig is kunnen niet meer worden stopgezet en moeten eerst worden afgemaakt. Er kan vaak minder goed onderscheid worden gemaakt tussen belangrijke en minder belangrijke zaken. Bij deze taken worden dan de verkeerde prioriteiten gelegd. Juist het voortdurend reageren op zijn of haar omgeving en gevolg geven aan impulsen veroorzaakt het kenmerkende drukke gedrag van personen met ADHD.
ADD Attention Deficit Disorder
Net als bij ADHD is ADD aangeboren en kan net niet op latere leeftijd ontstaan. ADD wordt veroorzaakt door een afwijking in de werking van de neurotransmitters. Dit is een chemische stof in de hersenen die ervoor zorgt dat de zenuwprikkel wordt overgebracht. In geval van ADD leidt dit tot een veranderde activiteit in bepaalde gebieden van de hersenen. Volgens het DSM-IV, een algemeen gebruikt handboek voor de indeling van psychische aandoeningen, is ADDeen subtype van ADHD, en dan wel het zogenoemde overwegend onoplettende type, gekenmerkt door een aandachtstekortstoornis en door concentratieproblemen. ADD wordt meestal vaker dan ADHD in verband gebracht met depressie, angststoornissen en eventueel slechte schoolprestaties, gedragsproblemen staan dan iets minder op de voorgrond. Onderzoek (Schoemaker et al., 2003;Buitelaar, 2001) toont aan dat ADHD of ADD de afgelopen 20 jaar in Nederland niet is toegenomen. De stoornis wordt echter wel steeds beter herkend door hulpverleners, leerkrachten en ouders. Hierdoor is het aantal te behandelen kinderen sterk gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Niet alleen kinderen maar ook zeker een derde deel van de volwassenen ondervindt nog last of belemmering door ADD en ADHD.